Nieuw-Zeeland Geografie
Nieuw-Zeeland is het meest geïsoleerd gelegen land ter wereld, een oud land met een jong landschap. Het land behoorde samen met Austalië, Antartica, Afrika, Zuid-Amerika en India tot een massief supercontinent genaamd Gondwanaland.
Na miljoenen jaren viel Grondwanaland uiteen en begon Nieuw-Zeeland langzaam op de plaats te liggen waar het nu is beland. Het dichtstbijzijnde buurland is Australië dat ongeveer 2000 km ten noordwesten ligt, en waarvan Nieuw-Zeeland wordt gescheiden door de Tasmanzee. Ten noorden liggen Nieuw-Caledonië, Fiji enTonga. De enige grote landmassa in het zuiden is Antarctica. In NNO-ZZW richting meet Nieuw-Zeeland ruim 1600 km
Nieuw-Zeeland is onderdeel van de ‘ring of fire’ en ligt op twee tektonische platen. Dit zorgt nog steeds voor veel geologische activiteit. Op het Noordereiland zijn daarbij vulkanen ontstaan zoals Taranaki, Ruapehu, Tongariro, Ngauruhoe en het eiland White Island.
Op het Zuidereiland zijn door het botsen van de platen de Southern Alps ontstaan. In 2016 zijn door de aardbeving bij Kaikoura de twee eilanden 35 centimeter dichter bij elkaar gekomen. Normaal drijft Nieuw-Zeeland ongeveer 30 mm per jaar in noordelijke richting naar de evenaar.
Nieuw-Zeeland heeft als het gaat om de vormgeving een verrassende overeenkomst met Italië. Beide landen zijn ongeveer even groot en hebben dezelfde vorm. Ze liggen ook ongeveer op dezelfde geografische breedte. Zelfs de ‘spoor’, het schiereilandje aan de rugzijde van de ‘laars’ (Christchurch, respectievelijk Gargano) is aanwezig.
Nieuw-Zeeland klimaat
Nieuw-Zeeland heeft bijna het hele jaar door milde temperaturen, tamelijk veel regen maar ook een overvloed aan zonuren in bijna het hele land. De vele regenval zorgt voor een groen landschap en is ideaal voor land- en tuinbouw. Het klimaat wordt beïnvloed door de bergen en de zee. Hoe meer je naar het zuiden reist, hoe koeler het wordt.
Het weer in Nieuw-Zeeland kan onverwacht snel veranderen. Er wordt wel eens gezegd dat er 4 seizoenen op 1 dag voorkomen. Hier moet altijd rekening mee worden gehouden, vooral wanneer je gaat wandelen of andere outdoor activiteiten onderneemt.
De seizoenen in Nieuw-Zeeland zijn precies tegenovergesteld van de seizoenen in Nederland. Dit komt doordat Nieuw-Zeeland op het zuidelijk halfrond ligt. Zo zijn de warmste maanden januari en februari en de koudste maand van het jaar is juli. Gedurende het hele jaar is het verstandig om je te beschermen tegen de zon, de UV-stralen van het zonlicht is erg sterk, zelfs als het bewolkt is. Smeer je dus goed in met een hoge factor zonnebrand, blijf niet te lang in de zon en draag een hoed of pet.
Het is ook verstandig om rekening te houden met regen; de gemiddelde regenval is namelijk hoog en verspreid over het hele jaar. In de noordelijke en centrale gebieden valt in de winter meer regen dan in de zomer, terwijl de winter op het Zuidereiland de minste regenval kent.
Nieuw-Zeeland heeft een gematigd zeeklimaat, waarbij een verschil is tussen noord en zuid. Doordat het Noordereiland dichterbij de evenaar ligt, is het hier warmer dan op het Zuidereiland. De meeste Nieuw-Zeelanders wonen dan ook rondom de steden Auckland en Wellington op het Noordereiland. In deze delen van het land is het een stuk drukker, maar als u zich bedenkt dat het land met vier miljoen inwoners zeven keer groter is dan Nederland, dan valt het allemaal wel mee. Er is niet alleen een verschil tussen noord en zuid, maar ook tussen oost en west. De wind komt vanuit het westen en dit gebied is dan ook ruiger, natter en groener dan het oosten, waar de Zuidelijke Alpen de wind tegenhouden.
Wat zijn de beste reistijden?
De beste reistijd om Nieuw-Zeeland te bezoeken is afhankelijk van uw wensen: houdt u van warme temperaturen of heeft u liever wat koelere dagen? De seizoenen zijn tegenovergesteld van Nederland.
Lente in Nieuw-Zeeland: van september tot en met november
Net als in Nederland staan de bloemen in de lente in Nieuw-Zeeland in bloei en worden er dieren geboren. Van september tot en met november is ook het waterval seizoen, waarin het aantal watervallen zich vermenigvuldigt. Vooral Milford Sound en Doubtful Sound zijn dan prachtige plekken om te bezoeken. De temperaturen in de lente liggen tussen de 5 graden en 18 graden.
Zomer in Nieuw-Zeeland: van december tot en met februari
De zomermaanden in Nieuw-Zeeland zijn het warmst. De temperaturen liggen tussen de 21 graden en 32 graden, afkoeling is goed te vinden in de zee en de vele meren. De zomer is de ideale tijd om wateractiviteiten te ondernemen, zoals kajakken, snorkelen, zeilen en zwemmen met dolfijnen. Voor fanatieke wandelaars kan het geregeld te heet zijn. Een bezoek aan de Franz Josef Glacier is dan een fijne plek om af te koelen. De volle zon en helderblauwe lucht zorgen voor mooie plaatjes.
Van december tot en met februari komen veel internationale reizigers, en is het ook de jaarlijkse vakantieperiode van de Nieuw-Zeelanders. Vooral stranden en meren zijn dan Kiwi-druk, maar in vergelijking tot Europa nog relatief rustig. Kerst vieren in de zomer is ook een heel speciale ervaring…
Herfst in Nieuw-Zeeland: van maart tot en met mei
Van maart tot en met mei herfst in Nieuw-Zeeland, met alle mooie herfstkleuren die de natuur dan bied. Gemiddelde liggen de temperaturen tussen de 7 graden en 21 graden, fris in de ochtend, prachtig overdag. Perfect voor activiteiten als wandelen en kajakken. Wel wordt vanaf midden april de dagen korter en de avonden een stuk kouder. Tegen eind april zijn de hogere bergpassen vaak al bedekt met sneeuw.
Winter in Nieuw-Zeeland: van juni tot en met augustus
Van juni tot en met augustus zijn de wintermaanden in Nieuw-Zeeland. De bergen zijn bedekt met sneeuw en je kunt skiën in de regio’s Central Plateau, Canterbury en Central Otago. Het is ook het nattere seizoen, er valt regelmatig regen. Deze periode is mooi voor wandelingen en skiën, wel aanzienlijk kouder natuurlijk! Temperaturen tot -15 °C bij de skigebieden, maar aan de kust aanzienlijk warmer. De Bay of Islands bv heeft overdag temperaturen van 10 tot 16 graden.
